Inkomensgrens sociale huurwoningen naar 43.000 euro

Persbericht Woonbond 18-11-2013
Inkomensgrens sociale huurwoningen naar 43.000 euro
Tweede kamerlid Monasch (PvdA) stelt voor om de inkomensgrens voor sociale huurwoningen op te trekken van € 34.229,- naar € 43.000,- . De Woonbond heeft daar sinds de invoering van de inkomensgrens in 2011 voor gestreden en is dus zeer content. Volgens de bond zijn acht van de tien gedupeerden van de huidige inkomensgrens geholpen als de grens naar € 43.000,- verschuift.
Maar de Woonbond wijst het tweede deel van Monasch’ voorstel af. Het kamerlid wil de inkomensgrens alleen verruimen als het om tijdelijke verhuur gaat. De groep woningzoekenden met inkomens tot € 43.000,- krijgen als het aan Monasch ligt dus alleen maar tijdelijke huurcontracten aangeboden.
Als de Tweede Kamer hier akkoord mee gaat zou dat een forse aantasting van de huurbescherming betekenen. Woonbonddirecteur Ronald Paping: ‘Het is een akelige koppelverkoop die ertoe leidt dat huurders met een middeninkomen na vijf jaar op straat kunnen komen te staan en gedwongen worden te verhuizen uit de eigen buurt. Dit kun je mensen niet aandoen.’
Dat de meeste gedupeerden van de huidige lage inkomensgrens geholpen zijn met een verschuiving van de grens naar € 43.000,-, concludeert de Woonbond op grond van een analyse van het meldpunt ikwilookwonen.nl. Daar meldden 5.000 woningzoekenden dat zij in de knel kwamen door de inkomensgrens die sinds 2011 van kracht is. Het grootste deel van de meldingen is gedaan door mensen uit een meerpersoonshuishouden (59,6%): 25,1% daarvan heeft kinderen.
Als het voorstel van Monasch wordt gevolgd, komen deze gezinnen met kinderen straks misschien wel in aanmerking voor een sociale huurwoning, maar kunnen zij na vijf jaar opnieuw in de problemen komen als zij hun tijdelijke huurwoning moeten verlaten.
Meerdere groepen in de knel
Andere groepen die knelpunten ervaren zijn onder andere:
• ouderen, chronisch zieken en gehandicapten die niet kunnen doorstromen naar een passende woning;
• starters die niet aan een betaalbare woning kunnen komen;
• zelfstandigen met een onzeker en/of wisselend inkomen die niet terecht kunnen op de koopmarkt of op de particuliere huurmarkt;
• gezinnen met kinderen en gescheiden ouders op zoek naar passende en betaalbare woonruimte;
• huishoudens die vanwege gewijzigde financiële omstandigheden gedwongen zijn om te verhuizen.