Verontrustende Stijging Woonlasten

Stadsblad ‘s-Hertogenbosch
• 16 okt 2013
’s-Hertogenbosch – In Den Bosch worden de woonlasten voor steeds meer huurders van een sociale huurwoning onbetaalbaar. Waar dit in 2010 nog het geval was voor 21 procent van de huurders, is dit aandeel in 2013 opgelopen tot 26 procent. Naar verwachting gaat dit percentage in de komende jaren nog substantieel stijgen tot 37 procent in 2018.
Dit zijn verontrustende uitkomsten uit het onderzoek Doelgroepen en woonlasten in de gemeente ’s-Hertogenbosch, meldt de gemeente in een persbericht. Dit onderzoek is recent voor de tweede maal uitgevoerd door Bureau RIGO Research en Advies BV in opdracht van de gemeente en de Bossche woningcorporaties. De resultaten van dit onderzoek zijn echter niet alleen voor Den Bosch van toepassing. Een landelijk onderzoek naar woonlasten door het bureau OTB in Delft laat een vergelijkbaar beeld zien
Uit het Bossche onderzoek blijkt dat de financiële positie en het welzijn van een omvangrijke groep inwoners onder steeds grotere druk komen te staan. Er moeten dan ook met urgentie maatregelen worden getroffen. Lokale partijen kunnen deze problematiek onmogelijk alleen oplossen. Daar zijn óók landelijke maatregelen voor nodig.
De gemeente, Bossche woningcorporaties en het Stedelijk Huurdersplatform roepen met een petitie de landelijke overheid nadrukkelijk op om medeverantwoordelijkheid te nemen voor de aanpak van het woonlasten- en armoedeprobleem van huurders. Deze petitie werd dinsdag door wethouder Weyers samen met vertegenwoordigers van de woningcorporaties en het Stedelijk Huurdersplatform aangeboden aan de Tweede Kamercommissie Wonen en Rijksdienst.
De nadruk in de gezamenlijke aanpak moet dan liggen in behoud van de omvang van de sociale huurwoningvoorraad en in investeringen in energiemaatregelen voor de bestaande huurwoningvoorraad. Ook wordt gevraagd ruimte te bieden aan woningcorporaties om met maatwerkoplossingen huurders te helpen die in de knel komen, bijvoorbeeld door een tijdelijke korting op de huurprijs.
De gemeente gaat ook zelf op zoek naar maatwerkoplossingen. Dat doet zij samen met de woningcorporaties en het Stedelijk Huurdersplatform. Het doel is de stijging van de woonlasten voor de mensen met de laagste inkomens af te zwakken.
Herhaling onderzoek
Van alle gemeenten in Nederland is de gemeente ’s-Hertogenbosch één van de eerste die onderzoek naar de ontwikkeling van de woonlasten door de jaren heen heeft laten uitvoeren. Het eerste onderzoek vond in 2010 plaats.
Belangrijkste uitkomsten
– Het aantal huishoudens met de laagste inkomens groeit meer dan trendmatig. Afhankelijk van het economisch scenario groeit deze groep in ’s-Hertogenbosch van 15.740 huishoudens in 2013 naar circa 17.100 (positief scenario) tot circa 17.700 (negatief scenario) in 2018. Dat is een toename van 9 tot 12%.
– Het aantal huurders met te hoge woonlasten is toegenomen van 21% in 2010 naar 26% in 2013. In absolute cijfers is dat een toename van circa 4.900 in 2010 naar circa 5.900 huurders in 2013. Deze cijfers zijn gebaseerd op Nibud-normen.
– Het aantal huurders met te hoge woonlasten kan nog fors toenemen tot mogelijk 37% in 2018. Voor nieuwe huurders ligt dit percentage als gevolg van een hogere huurprijs waarschijnlijk nog hoger.
Vooral huurders uit de laagste inkomensgroep hebben te hoge woonlasten. 90% van de huurders met te hoge woonlasten zijn namelijk huishoudens die ook recht hebben op huurtoeslag. Van alle huurders met een huurtoeslag zou in 2018 mogelijk zelfs 59% te hoge woonlasten kunnen hebben. Het betreft vooral alleenstaanden onder de 65 jaar en een deel van de gezinnen.
– Als het armoedecriterium van het Sociaal Plan Bureau als uitgangspunt wordt genomen, dan blijkt dat in 2013 21% van de huurders in sociale huurwoningen behoort tot de groep met een te hoge woonquote (relatie tussen inkomen en woonlasten) en behoort tot de groep die in armoede leeft. Bij deze huurders zijn de woonlasten dus een belangrijke oorzaak van het feit dat zij in armoede leven. Dit percentage kan oplopen tot 34% in 2018